Platvis pulsvisserij - Resultaten onderzoek en kennisleemtes

Kennis over effecten van pulsvisserij is verspreid over verschillende rapporten en beleidsstukken waar-door een compleet en toegankelijk overzicht ontbreekt. De pulsvisserij is relatief nieuw: in deze visserij worden vissen gevangen met behulp van elektrische schokjes waardoor de vis uit of van de bodem op-schrikt. Omdat de pulsvisserij een relatief nieuwe techniek gebruikt en omdat elektrisch vissen verboden is in Europa, roept het ontstaan van de visserij veel vragen op. De Kenniskring Puls- en SumWing (on-derdeel van de kenniskring Platvis) heeft daarom aan de onderzoeksinstituten IMARES en LEI gevraagd om een samenvatting te maken van de beschikbare kennis over (effecten van) pulsvisserij en van de nog ontbrekende kennis. Hierbij gaat het om de effecten op vangsten, discards, de effecten op het ecosys-teem, het beheer van de pulsvisserij en CO2 uitstoot. Op basis van dit overzicht geven we aan welke kennis nog ontbreekt.

Een belangrijke constatering is dat de verschillende onderzoeken niet in alle gevallen vergelijkbaar zijn omdat de onderzoeken onder verschillende omstandigheden hebben plaatsgevonden. Hierdoor is het niet mogelijk is om uitspraken te doen over ‘de’ effecten van ‘de’ pulsvisserij, maar alleen over de effecten die onder specifieke omstandigheden gemeten zijn. De volgende conclusies volgen uit de onderzoeken naar de effecten van de puls:

  • Kabeljauw en wijting: mogelijk kans op breuken in de ruggengraat bij de grotere kabeljauw;
  • Hondshaaien: effecten minimaal (geen sterfte of gedragsveranderingen anders dan kromtrekken bij directe pulsstimulering), maar effecten op het functioneren van Electro receptoren is niet onder-zocht;
  • Bodemdieren: bepaalde soorten reageren totaal niet (o.a. spisula en zeester), andere soorten wel (o.a. mesheft, garnaal, strandkrab, zager). Effecten betroffen een lagere overlevingskans en vermin-dering van de voedselopname;
  • Marktwaardige schol en tong: het pulstuig vangt vergelijkbare hoeveelheden marktwaardige tong als het wekkertuig, maar vangt minder marktwaardige schol.
  • Schol en tong kwaliteit & overleving: het pulstuig geeft minder beschadiging aan de vissen en een hogere overlevingskans dan het conventionele wekkertuig.
  • Discards: in alle discardcategorieën vangt het pultuig minder dan het conventionele wekkertuig.
  • Brandstofbesparing: bij gebruik van het pulstuig is er een lagere tuigweerstand dan bij gebruik van de traditionele boomkor. Daardoor levert het vissen met het pulstuig brandstofbesparing en vermin-dering van de CO2 uitstoot op.

Ondanks dat er al veel onderzoek is uitgevoerd naar het effect van de pulsvisserij is er ook nog veel niet bekend. Samengevat gaat het hierbij om de volgende zaken:

  • De indirecte sterfte (die met vertraging optreedt);
  • De lange termijn effecten op soorten die in aanraking komen met het vistuig, en op hun populaties;
  • Effecten die niet dodelijk zijn;
  • Effecten op voortplanting;
  • De uiterste waarden van de pulskarakteristieken (bestaat er een ‘veilige range’?)
  • De effecten van het gebruik van de puls in ondiepe wateren op de eerste levensstadia van marine organismen die zich in het ondiepe water voortplanten
  • De mogelijkheid dat er toxische stoffen kunnen ontstaan door het effect op het substraat en de waterkolom

Internationale wetenschappers gaven aan dat handhaving en controle van de pulsvisserij op orde moet zijn voordat het aantal pulsvissers verhoogd mag worden. In 2012 zijn procedures voor Controle en Handhaving opgesteld, maar deze zijn nog niet in gebruik.